GRAVEN, GRAFGIFTEN EN GLASKUNST: DE GOUDEN MIDDELEEUWEN (merovingers)
Hoewel er vaak over de Vroege Middeleeuwen wordt gesproken als een tijd van verval en teruggang, laten de rijke grafgiften uit archeologische opgravingen een heel ander beeld zien. Goud, zilver, brons en prachtige granaten schetsen het beeld van de Vroege Middeleeuwen als een voorspoedige periode. Bijzonder zijn de grote aantallen en de goede staat waarin de grafgiften verkeren.
Maastricht was in de vroege middeleeuwen een zogenaamde centrale plaats: Merovingische koningen hadden veel bezittingen in en rondom Maastricht (voormalige Romeinse staatseigendommen), ze bezochten de stad meerdere keren en in Maastricht en het Maasdal vonden cruciale ontwikkelingen plaats. In het Midden-Maasgebied vond namelijk tussen de zesde en het einde van de achtste eeuw een strijd om de macht plaats, die afgelezen kan worden aan de verschillende archeologische sites en historische bronnen van dit gebied en die zijn uitwerking had op de hele Euregio Maas-Rijn. Maastricht was daarbij van cruciaal belang in de zesde eeuw, toen Monulfus de verering van bisschop Servatius – die op het oude Romeinse grafveld begraven zou zijn – bestendigde en uitbouwde. Het is zelfs mogelijk dat Monulfus deze verering startte. Vanaf de tweede helft van de zesde eeuw was Maastricht met zekerheid een bisschopsstad.
De hoofdstad van het Merovingische rijk gedurende de periode tussen 450 en 750n.Chr. was het Noord-Franse Metz. Maar toen de Merovingische vorsten vanaf het midden van de zevende eeuw marionetten-koningen werden, namen de hofmeiers steeds meer de macht over en bereidden ze een bijna geruisloze machtsovername voor in het Midden Maasgebied. Met geruisloos wordt bedoeld dat het een heel geleidelijke en ‘onmerkbare’ overname was. De hofmeiers benoemden op enig moment zelf de koningen (veelal kindkoningen), om te voorkomen dat de indruk werd gewekt dat ze de macht aan het overnemen waren.
In de Merovingische periode werden mensen zowel gecremeerd als begraven. Als er bij een crematie giften werden meegegeven, gingen deze meestal tijdens het verbranden kapot. Soms werd de urn met as bijgezet en werden er grafgiften aan toegevoegd. Er zijn ook veel graven uit de Merovingische periode gevonden. In sommige daarvan zijn grafgiften gevonden, in andere niet.
In Maastricht werden onder bij de aanleg van de parkeergarage Vrijthof een groot aantal Merovingische graven gevonden. Niet iedereen kreeg grafgiften mee. In graven van eenvoudige mensen is meestal niets of heel weinig gevonden, bijvoorbeeld alleen een spinklosje. Belangrijke mensen kregen juist meerdere grafgiften mee. Rijke mannen met een belangrijke functie kregen een wapen mee het graf in. In Merovingische graven zijn veel lansen, bijlen, zwaarden en schilden gevonden. Archeologen denken dat een wapen in een graf wijst op de hoge status van de overleden persoon. De graven van vrouwen en meisjes zijn te herkennen aan sieraden: kralenkettingen en kledingspelden. De kralenkettingen bestaan uit een bonte verzameling kralen van barnsteen (een roodachtige, harde stof ontstaan uit boomhars), transparant glas en mat glas in allerlei kleuren en combinaties. De kralenkettingen werden door vrouwen op hun kleding gedragen. Ze speldden de kettingen vast met fibulae. Er zijn in Merovingische graven verschillende soorten filbulae gevonden: kleine spelden in de vorm van vogels, schijffibulae van zilver met inleg van almandijn (rode edelsteen) en schijffibulae van gouden filigraanwerk. Er zijn kettingen gevonden die niet alleen bestaan uit kleurige kralen. Ook doorboorde Romeinse munten of een koperen gespje werden aan een ketting gehangen.
Er zijn ook kindergraven gevonden. De afmetingen van deze graven wijzen hierop. Net als bij de volwassen graven verschillen de grafgiften in omvang en waarde.
Kinderen van goede afkomst kregen veel, rijke grafgiften mee, arme kinderen werden met weinig tot geen grafgiften begraven. In sommige kindergraven zijn opvallend genoeg ‘volwassen’ grafgiften gevonden, zoals een speerpunt. Archeologen denken dat dit soort giften de eigenlijke toekomstige loopbaan van het kind moeten laten zien.
In veel graven, zowel van mannen als van vrouwen, zijn aardewerken potten enschalen gevonden. Waarschijnlijk zat hier eten in dat aan de overledene werd meegegeven. De bovenrand van de potten is vaak versierd met groeven of stempeltjes. In de rijkere graven zijn ook bekers van glas gevonden.
Glaskunst
Glas was een zeldzame grafgift in de rijkere graven. In de al eerder besproken kralenkettingen waren vaak kralen van glas verwerkt, maar er zijn ook glazen drinkbekers en schaaltjes gevonden. Opvallend is dat bij opgravingen veel van het glaswerk zonder aantastingen uit de grond komt. Door de vorm en de techniek zijn de glazen bekers en schaaltjes enorm stevig.